Moment in Time Dutch

Momenten in de tijd – 1870-1970

Deze tentoonstelling legt ‘momenten in de tijd’ vast uit de levens van de laatste vijf Markiezen van Ormonde, verspreid over een periode van honderd jaar. De afbeeldingen uit het begin van de 20ste eeuw zijn genomen toen het kasteel sporadisch bewoond was als een familiehuis en de Butlers steeds meer tijd in Engeland doorbrachten. De hele wereldorde veranderde snel tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw, de weergegeven beelden vertonen Kasteel Kilkenny en diens familie naarmate de oude orde langzaam begon te vervagen.

De foto’s vormen een intieme introductie van de leden van de Butler familie en verschaffen een inkijkje in hun sociale wereld tijdens een vergankelijke tijd in de Ierse geschiedenis. Er was een inkomende en uitgaande stroom van fortuinen in het Kasteel Kilkenny tijdens de 20ste eeuw; in verwaarloosde staat werd de inhoud ervan geveild, en het stond leeg en verlaten totdat het gebouw aan de mensen van Kilkenny werd geschonken. Kasteel Kilkenny staat reeds 1969 onder de zorg van het Office of Public Works [Dienst Openbare Werken] en is opnieuw een bloeiend knooppunt voor zijn lokale gemeenschap en het trekt bezoekers van de hele wereld aan.

Paneel 1:

De jaren 1850 – 1920

James Edward Butler (1844-1919), 3de Markies van Ormonde, en zijn vrouw Lady Elizabeth Harriet Grosvenor (1856-1928), Markiezin van Ormonde.

James was de oudste zoon van John Butler, 2de Markies van Ormonde en Lady Frances Jane Paget, Markiezin van Ormonde. Na onderwijs gevolgd te hebben in Harrow en Cambridge werd James Edward Kolonel bij de Royal East Kent Mounted Rifles, Commandant van het Royal Yacht Eskader, Vice-Admiraal van Leinster, Lord Luitenant van het graafschap Kilkenny, Ridder in de Orde van de Kroon van Pruisen, en Ridder in de Orde van St Patrick.

Bekend als “O” als gevolg van zijn vroege erfenis van de Ormonde en Ossory titels op negenjarige leeftijd.

In 1876 is James Edward met Elizabeth Harriet Grosvenor, de dochter van Hugh Lupus Grosvenor, 1ste Hertog van Westminster en Lady Constance Gertrude Leveson-Gower in het huwelijk gestapt. Bekend voor haar schoonheid, Elizabeth Harriet werd geroemd om haar liefdadigheidswerk en organiseerde vele geldinzamelingsacties bij Kasteel Kilkenny. In 1882 heeft Elizabeth de Kilkenny afdeling van de Society of Prevention for Animal Cruelty [Koninklijke Vereniging voor Dierenbescherming] opgericht en werd de president van de Kilkenny afdeling van de Vereniging van het Britse Rode Kruis tijdens de Eerste Wereldoorlog.

James Edward en Elizabeth waren het laatste koppel dat het Kasteel Kilkenny als thuis konden noemen en hebben heel wat prestigieuze evenementen in Kilkenny georganiseerd, met inbegrip van twee officiële Koninklijke bezoeken in 1899 en 1904. Ze hadden twee dochters, Lady Beatrice en Lady Constance Butler.

Paneel 2:

Rechterzijde

eDe jaren 1920-1940

James Edward Butler (1849-1943), 4de Markies van Ormonde, en zijn vrouw Ellen Stager (1865-1951), Markiezin van Ormonde.

James Arthur, de jongere broer van James Edward, 3de Markies van Ormonde stond bekend als Lord Arthur voor het merendeel van zijn leven. Net zoals zijn broer heeft hij onderwijs gevolgd in Harrow en Cambridge, in militaire dienst gegaan en werd luitenant in de 1ste Life Guards. In 1885 werd hij als State Steward van Henry Herbert, 4de graaf van Carnarvon aangesteld terwijl hij Lord Luitenant-Generaal van Ierland was.

In 1887 is hij gehuwd met Ellen Stager, de jongste dochter van Amerikaanse Generaal Anson Stager, vice-president van Western Union Central Division, en Rebecca Sprague van Chicago. Het familiehuis van Ellen was het eerste herenhuis dat op Millionaire’s Row in Euclid Avenue, Cleveland, momenteel de locatie van het Cleveland Children’s Museum, werd gebouwd. Na het overlijden van haar vader heeft Ellen een groot persoonlijk fortuin geërfd en werd een erg verkiesbare Amerikaanse erfgename. Na haar huwelijk met James Arthur droeg ze de naam Lady Arthur Butler.

Hoewel vanaf 1909 James Arthur & Ellen in Gennings in Kent leefden, hielden ze sterke relaties met Ierland aan en bezochten vaak Kasteel Kilkenny. Arthur was de opvolger van de Ormonde titels na het overlijden van zijn broer James Edward, 3de Markies van Ormonde, in 1919. Ze hadden 5 kinderen: Lady Evelyn Frances, James George, 5de Markies van Ormonde; James Arthur, 6de Markies; en Lady Eleanor Rachel.

Paneel 3:

De jaren 1940-1950

James George (1890-1949), 5de Markies van Ormonde, en zijn vrouw Sybil Inna Fellowes (1888-1948), Markiezin van Ormonde.

James George was de oudste zoon van James Arthur Butler, 4de Markies van Ormonde, en zijn vrouw Ellen Stager, stond bekend als George. George vervulde zijn militaire dienstplicht tijdens de Tweede Wereldoorlog als kapitein in de 1ste Life Guards, hij werd verwond in de oorlog en ontving de Franse Eremedaille (Zilver). Na de oorlog deed hij dienst in de Military Pensions Committee [Comité Militaire Pensioenen] door namens oorlogsveteranen te bemiddelen. Wanneer zijn vader in 1919 de 4de Markies van Ormonde werd, kreeg George de naam Hertog van Ossory.

In 1915 is George met Sybil Inna Fellowes in het huwelijk getreden. Sybil was de jongste dochter van William Henry Fellowes, 2de Baron van Ramsey, en Lady Rosamond Spencer-Churchill, een kleindochter van de 7de Hertog van Marlborough en eerste neef van Winston Churchill. Bekend als een uitstekende ruiter heeft ze regelmatig aan de Kilkenny Jacht deelgenomen. Sybil was erg bereisd en heeft o.a. tijd doorgebracht in Frankrijk, Algerije, China, Egypte en de Verenigde Staten. Ze heeft ook India in 1911 bezocht om de laatste Imperial Durbar in Delhi bij te wonen die de kroning van George V en Mary of Teck als Keizer en Keizerin van India heeft gekenmerkt.

George en Sybil hadden Kasteel Kilkenny als hun Ierse verblijfplaats gekozen na het overlijden van zijn oom, James Arthur, 3de Markies van Ormonde. Ze hadden twee kinderen: James Anthony, Lord Thurles en Lady Moyra Rosamund Butler.

De wijzigingen in de samenleving in Ierland betekende echter dat de Butler familie in de jaren 1930 de haalbaarheid om hun vestiging in Kasteel Kilkenny aan te houden moesten beoordelen. In 1935 hadden ze besloten het kasteel te verlaten en de inhoud ervan werd op een veiling over een periode van 10 dagen verkocht; het enige dat overbleef in het lege kasteel was een klein deel van de familieverzameling van schilderijen en wandtapijten. Vervolgens heeft de Ierse Staat in 1994 de verzameling van familieschilderijen gekocht die doorheen het kasteel vandaag tentoongesteld worden.

Paneel 4:

De jaren 1950-1990

James Arthur Norman Butler (1893-1971), 6de Markies van Ormonde, en zijn vrouw Jessie Carlos Clarke (1896-1969), Markiezin van Ormonde.

James Arthur was de jongste zoon van James Arthur Butler, 4de Markies van Ormonde, en zijn vrouw Ellen Stager, Markiezin van Ormonde. Hij heeft zijn militaire dienstplicht als luitenant-kolonel vervuld in de Eerste Wereldoorlog in de 17de/21ste Lansiers en werd bekroond met het Military Cross in 1918. Hij nam opnieuw dienst in het leger van 1940 tot 1945.

In 1924 stapte hij in het huwelijksbootje met Jessie Carlos Clarke. Jessie was de dochter van Charles Carlos Clarke en Edith Rosamund Orpen. Haar vader was een prominent lid van de Beurs van Londen en een bekende cricketspeler voor Surrey. Jessie was uitermate verzot op het buitenleven en een fervente ruiter. Ze werd vaak gesignaleerd als aanwezige op paardenrenning in Aldershot, Roehampton, Sandown, Cheltenham en Ascot, nabij haar familiehuis.

Door het plotselinge overlijden van zijn neef, Anthony, Lord Thurles, in 1940 werd James Arthur de erfgenaam van zijn broer James George, 5de Markies van Ormonde. James Arthur en Jessie woonden in Gennings in Kent waar hij als Lord Luitenant-Generaal voor het graafschap optrad. Arthur had twee dochters, Lady Jane en Lady Martha Butler. Hoewel James Arthur nooit in Kasteel Kilkenny heeft gewoond, het was als gevolg van zijn vrijgevigheid dat het kasteel en de naaste parkgronden in 1967 werden voorgesteld aan een herstelcomité met de verklaring tijdens de ceremonie:

De mensen van Kilkenny alsook ikzelf en mijn familie zijn erg trots op het kasteel en de achteruitgang ervan bevalt ons helemaal niet. We hebben bepaald dat we het niet in verval mogen laten komen. Er zijn al teveel ruïnes in Ierland.”

Zonder een mannelijke erfgenaam werd James Arthur opgevolgd door zijn mannelijke nabestaande, James Hubert Charles Butler.

 

 

 

————————————————————————————————————————————

James Hubert Charles Butler (1899-1997), 7de Markies van Ormonde, was de zoon van Eerwaarde Heer Lord James Theobald Bagot John Butler en Anabella Brydon Gordon. Eerwaarde Heer Lord James Theobald Bagot John Butler was de jongste broer van James Edward Butler, 3de Markies van Ormonde.

James Hubert Charles vervulde zijn militaire plicht met zijn regiment, de Royal Raffle Corps van de koning, tijdens de Tweede Wereldoorlog en deed mee aan de frontlinie in Frankrijk. Op het einde van de jaren 1920 is hij naar China verhuisd en werd de Inspecteur-Generaal van de Chinese Maritieme Douane. Hij emigreerde snel daarna naar de V.S. en trouwde met Nan Gilpin, van Riverside, Illinois in 1935. Ze hadden twee dochters: Lady Anne en Lady Cynthia. Charles was de bedrijfsleider voor het Art Institute of Chicago in de jaren 1940 en 1950. Na het overlijden van Nan in 1973 trad hij in het huwelijk met Elizabeth Rarden in 1976.

James Hubert Charles was de opvolger van zijn neef James Arthur Norman als de 7de en laatste Markies van Ormonde in 1971. Hij hield een actieve rol aan als President van de Butler Society, bezocht regelmatig Kilkenny en vervulde een sleutelpositie in de overdracht van de parkgronden in 1970.

Paneel 5:

 

Een Nieuw Begin

In 1967 overhandigde Arthur Butler, 6de Markies van Ormonde, de sleutels van Kasteel Kilkenny over aan de heer James Gibbons, voorzitter van het Herstelcomité Kasteel Kilkenny. Deze ceremonie stelde het einde voor van de oude levensstijl en het begin van een nieuwe en duurzame toekomst voor Kasteel Kilkenny.

Onder het toezicht van de Dienst Openbare Werken werd het Kasteel Kilkenny volledig hersteld. Een programma van werkzaamheden ging van start in 1969 door alle daken te versterken, en kwam ten einde in 2000 met de voltooiing van de Parade Tower Wing als een speciaal gebouwde functie- en conferentieruimte.

De eerste fase van de restauratie leidde tot de opening van het kasteel voor het publiek in 1976. Dit omvatte de oostelijke vleugel dat de verbluffende historische Fotogalerij met zijn originele schilderijen en wandtapijten uit de familieverzameling huisvest. Fase twee was gericht op het herstel van de luxueuze recreatieruimten en interieurs van het centrale blok en deze werden in 1994 geopend.

Vandaag omvat het Park van Kasteel Kilkenny de hele ommuurde landgoederen/parkgronden ten zuiden en de formele terassentuin ten noorden. De verwaarloosde parkgronden hebben eveneens een aantal werkzaamheden ondergaan die in de jaren 1960 zijn gestart en omvatte een uitgebreid programma van de aanplant van bomen; er wordt geschat dat meer dan 1650 bomen vandaag op de parkgronden groeien. De ommuurde tuin die hier in 1934 door de Ierse Jezuïet fotograaf Father Browne werd gefotografeerd, was tegen de jaren 1940 in verval geraakt en werd voor ontwikkelingsdoeleinden verkocht.

 

 

Dankbetuigingen:

Deze tentoonstelling zou niet mogelijk zijn geweest zonder de bijdragen van de volgende individuen & organisaties:

  • De Ponsonby Familie
  • David Davison / Davison & Associates
  • John Kirwan
  • Father Browne SJ Collection
  • National Monuments Service [Dienst Nationale Monumenten]
  • Irish Architectural Archive [Iers Architectuurarchief]
Skills

Posted on

4 May 2021